De stadspas die geen stadspas werd
De gemeente Zwolle wil dat haar inwoners meedoen aan de maatschappij: kunnen sporten, een museum kunnen bezoeken, of iets leuks kunnen doen met vrienden of familie. Voor mensen met een laag inkomen is dat niet altijd vanzelfsprekend. Voor die mensen heeft Zwolle het participatiefonds. Maar niet iedereen die daar recht op heeft, maakt daar ook gebruik van. Dat kan beter. Matthijs Goense, partner bij Tiltshift, ging ermee aan de slag.
Toen Matthijs bij Zwolle begon, was er al een oplossing vastgelegd: het participatiefonds moest plaats maken voor een stadspas. Dat was ook zijn opdracht: werk de details rondom de pas uit en implementeer het.
“In zekere zin was er geen logisch riedeltje waarom zo’n pas bij zou dragen aan de doelstellingen van de gemeente. De rationale noem ik dat. Dus: kan ik jou in drie zinnen uitleggen waarom dit een goed idee is? In Zwolle ontbrak dat.”
Matthijs
Dus dook Matthijs in de cijfers, hij sprak met ervaringsdeskundigen en bracht het participatiefonds in kaart. Zo ontdekte hij dat het huidige systeem helemaal niet zo slecht werkt: een gemiddelde stadspas in andere Nederlandse gemeenten wordt niet meer gebruikt dan het participatiefonds in Zwolle.
In interviews met inwoners kwam bovendien naar voren dat een stadspas veel meer beperkingen heeft dan het participatiefonds. Zo vertelde een Zwollenaar aan Matthijs dat hij het fonds gebruikt om zijn visvergunning mee te betalen. Iets dat met een stadspas praktisch onmogelijk zou zijn.
“Dit is precies waar dat participatiefonds voor bedoeld is. Het is de bedoeling dat deze man kan vissen. Dat-ie lekker met een vriend langs de waterkant zit, en niet eenzaam thuis op de bank.”
Matthijs
De bevindingen vanuit de praktijk presenteerde Matthijs aan de wethouder, die het op zijn beurt aan het college presenteerde. Daar werd de knoop doorgehakt en werd er definitief een streep gezet door de stadspas, ondanks dat het wel in het coalitieakkoord stond.
Met het schrappen van de plannen voor de stadspas, ontstond er ruimte voor een nieuwe focus: inzetten op een vereenvoudigen en toegankelijker maken van inkomensregelingen.
“Als je beleid niet aan kan passen, voelen verbeteringen toch vaak als pleisters plakken. En andersom ook: wanneer je alleen maar in de beleidsclub zit, werk je niet genoeg vanuit de praktijk. Dan zie je het verhaal van die man met die visvergunning over het hoofd, en voor je het weet is er een onnodige stadspas. In deze opdracht zit ik precies tussen beleid, techniek en uitvoering in. Kan ik het niet oplossen met uitvoering of techniek? Dan kan ik zeggen: we passen het beleid aan, zodat het wél kan! Dat vind ik de vetste projecten.”
Matthijs
Matthijs pakt dit, samen met zijn collega’s, aan in drie sporen: de bestaande dienstverlening verbeteren, het beleid rondom de regelingen eenvoudiger maken en de innovatieve dienstverlening. Matthijs is aangesteld als coördinator om deze drie projecten in goede banen te leiden en op elkaar af te stemmen.
Écht impact maken in jouw gemeente?
Tijdens een vrijblijvend intake- en adviesgesprek bespreken we jouw situatie en hoe we daarbij kunnen helpen.